Doelgroepen Gezinshuis Knuzz
Gezinshuiskinderen
Binnen ons gezin hebben wij op dit moment 7 gezinshuiskinderen opgenomen, die om uiteenlopende redenen niet meer thuis kunnen wonen.
Onze doelstelling is om deze kinderen binnen de kracht van ons gezin een veilig thuis te bieden, een plek om zich te ontplooien en te begeleiden tot volwassenheid.
Wij willen graag deze kinderen een veilig, warm en geborgen opvoedklimaat bieden, zodat ze zich zo optimaal mogelijk kunnen ontplooien en ontwikkelen.
Wij hebben respect voor de biologische ouders en wij zijn er ons bewust van dat zij altijd de eerste plaats zullen vervullen.
Dit beperkt of voorkomt zelfs dat kinderen met loyaliteitsconflicten in aanraking komen.
Wij werken actief met de kinderen om een goede balans te krijgen in de relatie met hun ouders, waarbij het kind leidend is.
De jongeren binnen het gezinshuis hebben in de toekomst de mogelijkheid om door te groeien naar het zelfstandigheidstraining van
Gezinshuis Knuzz (Gezinshuis Knuzz 2.0)
Samen met de jongere, ouders, voogd en gezinshuisouders wordt er gekeken wanneer en of deze stap de juiste is binnen de ontwikkeling van de jongere. Als dit niet het geval is zal er gezamenlijk gekeken worden naar een passende vervolgplek.
Contra-indicaties Gezinshuis Knuzz
-
Ernstige psychiatrische problematiek
-
Ernstige verslavingsproblematiek
-
Lichamelijke handicap of chronische handicap die dusdanig beperkingen met zich meebrengt die niet in een gezinssysteem en hun woonsituatie op te vangen zijn
-
Meervoudige complexe (gedrag-)problematiek van het kind die een intensievere benadering vraagt dan een gezinshuis kan bieden en waardoor de noodzaak tot een voortdurende intensieve behandeling noodzakelijk is
-
Slachtoffer of dader zijn van seksueel misbruik
-
Een drugsverslaving hebben
-
Obsessief de grenzen opzoeken en daardoor de ontplooiing van anderen belemmeren
-
Excessief seksueel gedrag vertonen
Begeleid Kamer Wonen
Gezinshuis Knuzz 2.0
De meeste jongeren die op het punt staan om op kamers te gaan wonen kunnen dit doen vanuit een harmonieuze en stabiele thuissituatie.
Ze nemen de stap richting zelfstandigheid met de wetenschap dat ze worden ondersteund door betrokken ouders op wie ze altijd terug kunnen vallen.
Voor een kleine groep jongeren ligt dit nadrukkelijk anders.
De verhouding met hun ouders is verstoord en de situatie thuis is zodanig belastend voor ouders en jongere dat evenwichtig opgroeien niet meer mogelijk is.
Sommige van deze jongeren hebben een deel van hun jeugd in een pleeggezin, leefgroep of gezinshuis doorgebracht.
Het groepsleven voegt niets meer toe aan hun ontwikkeling, maar vaak zijn ze niet voldoende toegerust om de zelfstandigheid ook echt aan te kunnen. Door de complexiteit van de huidige samenleving, de eisen die aan hen worden gesteld, de enorme keuzevrijheid en het gebrek aan zelfsturing, lopen deze jongeren het risico dat ze hun problemen moeilijk kunnen ontgroeien of dat ze na aanvankelijke verbetering weer terugvallen.
Bovendien kunnen ze vaak niet bouwen op een betrouwbaar sociaal netwerk dat een oogje in het zeil houdt en bijspringt wanneer nodig.
Deze groep jongeren is de intensievere vorm van jeugdzorg ontgroeid, maar nog niet toe aan een zelfstandig leven. De vaardigheden hiervoor schieten nog tekort en de financiële en persoonlijke vraagstukken zijn nog te ingewikkeld om zelfstandig op te lossen.
De jongeren moeten leren om zelfstandig te worden.
Een van de beste manieren om dat te leren is door het gewoon te doen, in een zo gewoon mogelijke omgeving. Maar daarbij is wel de garantie nodig dat je fouten kunt maken, dat je opgevangen wordt als je valt, dat je vragen kunt stellen en dat er vragen aan je gesteld worden. Nodig is ook dat er oprechte belangstelling voor je is, dat er vertrouwen in je wordt gesteld en dat je beschermd wordt tegen te grote risico’s, ook al vraag je niet direct zelf om deze bescherming.
Binnen Gezinshuis Knuzz 2.0 leren jongeren tijdens de zelfstandigheidstraining waar hun kwaliteiten liggen en welke leerdoelen zij hebben om verder toe te werken naar een zo zelfstandig mogelijk leven.
Aan het einde van de plaatsing moet de jongere inzicht hebben of hij/zij zelfstandig kan uitstromen naar een eigen woning of dat hij/zij aangewezen blijft op ambulante hulp en waar deze hulp dan uit moet bestaan.
Bij een plaatsing is het van belang dat de jongere voldoende stabiel is om in deze setting te gaan wonen.
Een bepaalde mate van verantwoordelijkheidsgevoel en zelfstandigheid moet aanwezig zijn. Belangrijk is dat de jongere rekening kan houden met zijn huisgenoten en niet voor overlast zorgt .